AMSTERDAM - Het merk vreest te afhankelijk te worden van de Chinese markt. Daarom hoopt BMW met een nog grotere SUV haar Amerikaanse cliëntèle te kunnen verleiden, om gebalanceerde winstcijfers te noteren.
De Chinese markt is voor BMW inmiddels de derde afzetmarkt, daar waar de verkopen verdubbeld zijn tot 114.000 exemplaren. In de Verenigde Staten en Duitsland, de grootste afzetmarkten voor BMW, steeg de verkoop met slechts 5 procent.
Voor de modellen met de grootste winstmarge, de grote sedans, is China inmiddels de grootste afzetmarkt het merk. Volgens analisten is de verkoop in China goed voor 50 procent van de operationele winst van BMW. Het merk zelf houdt het op dubbele cijfers, maar is desalniettemin waakzaam niet te afhankelijk te worden van China, temeer ondernemen in dat land niet zonder risico’s is, aldus BMW’s financiele man, Friedrich Eichiner tegenover The Wall Street Journal. Niets staat het autoritaire regime immers in de weg zomaar over te gaan tot fikse importheffingen en/of milieubelasting voor grote auto’s.
Zodoende concentreert BMW zich liever op de Amerikaanse en Duitse markt ten faveure van het vervullen van alle Chinese orders, daar zijn er immers genoeg van. Het merk rekent er op dat de Amerikaanse markt snel weer uit het dal zal klimmen en heroverweegt om die reden haar plannen voor een grote SUV uit de ijskast te halen. Het model was bedoeld voor de Amerikaanse markt, en zou nog boven de X5 en X6 in de markt worden geplaatst. In 2008, ten tijde van de economische crisis, werd het project dat moest resulteren in de X7, voortijdig afgeblazen. Met het aantrekken van de economie, rekent Eichiner op de koopdrift van de Amerikanen en te kunnen verleiden met een grote SUV, die ze later altijd nog kunnen slijten aan de eveneens koopzieke Chinese consument.
